|
|
De stad Wachtendonk Anneke, 2 augustus 2012 om 22:01:12 CESTh
De stad Wachtendonck Het gebied Geissern, waar Wachtendonk deel van uit maakt, is politiek belangrijk, omdat het een soort landtong is in het Gelderse gebied. Er liggen meerdere kloosters van het aartsbisdom van Keulen. Voor het gebied, voormalige moerasgebied, worden voogden aangewezen om de belasting te innen en recht te spreken. De Heren van Wachtendonk zijn nakomelingen van deze voogden. Het boek van Josef Jennen meldt dat er al een burcht in 1200 moet bestaan, want in 1190 wordt er al een Arnold van Wachtendonk genoemd. Uit akten blijkt dat een Arnold van Wachtendonk in 1196 de graaf van Holland steunt in diens strijd tegen de bisschop van Utrecht. Godefridus van Wachtendonk wordt ook genoemd bij de vrede die in 1203 gesloten wordt tussen Keulen en Brabant. Godefridus en zijn broer Sweder van Wachtendonk kopen een goed in het gebied Geisseren van het bisdom Keulen. De schrijver zegt dat de nederzetting Wachtendonk bij de burcht is ontstaan, maar het kan ook zijn dat de burcht gebouwd is bij de nederzetting die er al was. Aan de weg tussen de Rijn en de Maas liggen het raadhuis en het wijnhuis. Ten noorden van die weg werd in 1382 een kapel opgericht. Nu staat daar de parochiekerk St. Michael. Uit jaarring-onderzoek aan de balken van de huizen aan de oude straten blijkt dat die huizen dateren uit 1252-1257. Pas in 1326 verkoopt de Graaf van Kleef een deel van het gebied aan de buren en verleent daarbij de bevoegdheid een eigen organisatie te vormen en een bestuur van twee buurmeesters in te stellen. Toen pas zijn er autonome marke- en buurtschappen ontstaan. Deze informatie komt uit het Jaarboek van de maatschappij der Nederlandse Letterkunde uit 1935. In dat Jaarboekboek wordt Germenzeel genoemd gelegen in den Duffel. Het was een voormalige wildernis in leen gegeven door de kerk van Zyfflich en in het midden van de 12e eeuw losgemaakt uit het verband van de Bisschoppelijke bezittingen. De vesting wordt al in 1326 als een vesting Wachtendonk genoemd. De stenen muren en bastions zijn waarschijnlijk pas kort voor de tijd van de bezetting van de Staten-Generaal gebouwd. In 1354 wordt de nederzetting al “ Stad” genoemd, hoewel er nog geen stadsmuur is. Die komt er pas in 1422. De stadspoorten zijn er in 1430. Op oude schetsen van omstreeks 1600 staat het kasteel apart van de vesting Wachtendonk. De Feldtor (veldpoort) en de Bruchtor (burchtpoort) zijn de enige toegangen tot de vesting. Buiten de vesting aan de Niers is een watermolen afgebeeld. In 1326 wordt er al schriftelijk melding gemaakt van een molen bij Wachtendonk. (Op een kopergravure van Slichtenhorst uit 1600 staat wel een bastion afgebeeld dat in de Niers uitsteekt. Op die schets staat geen watermolen.) Op 31 december 1433 draagt Wilhelm van Wachtendonk het land en de stad Wachtendonk over aan Hertog Arnold von Geldern (van Gelre). Uit 1435 is er een beschrijving bekend van de inrichting van de kapel van kasteel Wachtendonk. Er stonden toen twee altaren een van marmer en een van jaspis en blauwgroene topaas. Ook stonden er twee vergulde tafels versierd met ivoor en houtsnijwerk. Verder was er een zilveren kruis, een crucifix versierd met edelstenen, een bloedsteen met een in zilver gezet relikwie, een gouden kelk, twee zwarte schrijnen en twee zilveren reliekhouders. Twee misgewaden en twee misboeken waren ook nog aanwezig. Na een grondige opknapbeurt wordt de burcht en de stad aan Hertog van Kleef verpand. Tot de Hertog van Gelre het geheel weer in 1473 terugneemt. Op 17 juni 1489 geeft Hertog Johann van Kleef het klooster toestemming twee ondergrondse kanalen te graven. De eerste zal het verse water van de stadsgracht naar het klooster voeren en de tweede zal het vuile water naar de Niers afvoeren. Het is zeker geen ondergrondse gang geweest, want daarvoor is de waterstand te hoog in de stad. De vesting is inmiddels zo sterk dat het een langdurige belegering van de Spaanse troepen onder leiding van Generaal van Mansfeld kon weerstaan. Pas na 3 maanden van belegering kon op 20 december 1588 de stad door de Spanjaarden veroverd worden. ![]() De rechtspraak blijft na de overdracht van Wilhelm tot 1503 door de Keulse keurvorsten gebeuren. Pas in 1503 worden de Keulse rechters verdreven. De steden Wachtendonk en Geissern gaan later samen de rechtspraak doen. Over de grenzen wordt nog tientallen jaren gestreden met de Keulse macht. De Pruisen hebben het land inmiddels in bezit genomen. Pas op 23 september 1762 worden de definitieve grenzen vastgelegd. De stad Wachtendonk blijft intussen gewoon als stad functioneren. In 1477 breken er in de Nederlanden andere tijden aan. Hertog Karel de Stoute, hertog van Bourgondië overlijdt. Zijn dochter Maria van Bourgondië volgt hem op. Haar macht wordt beperkt door de Staten-Generaal met een zogenaamd Groot Privilege. Maria is gehuwd met de zoon van de Duitse keizer, Maximiliaan van Oostenrijk. De Habsburgse periode is aangebroken. Die periode is gekenmerkt door centralisme en streng toezicht op het naleven van de katholieke geloofsregels. De Hertog van Gelre krijgt financiële problemen en verhuurt de burcht en de stad Wachtendonk aan verschillende personen. In 1505 verpandt hij het aan Otto Schenk van Niedeggen (gestorven in 1518). De grafsteen van deze Otto ligt in de parochiekerk St-Michael. De dochter van Otto is gehuwd met Herman van Wachtendonk (gestorven in 1570). De schoondochter van Otto, weduwe van Heinrich Schenck van Niedegen verkoopt de stad en het land Wachtendonk aan Godert van Bocholt. Het geslacht Van Bocholt is gelieerd aan de familie van Wachtendonk. Maria van Bocholt is getrouwd met Godfried van Wachtendonk. Johann van Wachtendonk is volgens mijn systeem ook getrouwd met Maria van Bocholt. Zij zijn getrouwd in de stad Wachtendonk. Arnold van Wachtendonk staat in de periode 1579 tot 1586 aan het hoofd van de Duitse, Italiaanse en Waalse voetknechten die deel uit maakten van het leger van Philips van Bentinck. Deze vocht samen met Alexander Farnese met de Spanjaarden tegen Willem van Oranje. In 1572 veroverde Willem van Oranje Straelen, Wachtendonk en Roermond. Alexander Farnese veroverde in 1586 Venlo. Op 20 december 1588 verovert Arnold van Wachtendonk de stad Wachtendonck. Hij kon het niet verkroppen dat de heerlijkheid, bezit van zijn schoonvader en erfenis van zijn vrouw (Margaretha van Bocholz) in handen was van Willem van Oranje. Hij gaat op het kasteel wonen. Hij was al Drost van Kriekenbeek en Erkelenz en wordt in 1592 ook pandheer van Wachtendonck. Hij heeft nu het recht om de vergaderingen van de Staten van het Overkwartier van Gelder bij te wonen, als heer van Geleen, pandheer van Wachtendonk en Drost van Kriekenbeek. Hij behoud dat recht tot 1611. Waarschijnlijk verliest hij dat recht door liquidatie van diverse van zijn bezittingen.
![]() In 1603 hebben de Spanaarden nogmaals een belegering van Wachtendonk uitgevoerd. Etsen daarvan geven daarvan een beeld. Arnold raakt gewond en moet de stad en het kasteel overgeven. Hij wordt krijgsgevangen gemaakt, maar snel weer vrij gelaten. ![]() Wachtendonk behoorde tot het Overkwartier van Gelder, dus tot de Zuidelijke Nederlanden. Tot het in 1713, tijdens de Spaanse successieoorlog, wordt ingenomen door de Pruisen. Sindsdien vormt Wachtendonk met andere gemeenten het Pruisisch Opper-Gelre. Tussen 1795 en 1801 is het tot Kreis Kleve gaan behoren. In 1825 worden de stad en het omliggende land tot één gemeente gecombineerd. Op 1 juli 1969 worden de gemeenten Wachtendonk en Wankum samengevoegd bij een gemeentelijke herindeling. De nieuwe naam wordt Wachtendonk. In 1975, bij de nieuwe indeling van “ Kreisen” blijft Wachtendonk tot Kreis Kleve behoren. Wachtendonk is nu, in de twintigste eeuw een plaats in de deelstaat Noord-Rijnland-Westfalen. Samen met Wankum vormt het een gemeente van 8000 inwoners. Kleef is het regeringscentrum van het district Düsseldorf. ... link (no comments) ... comment |
Onderwerpen
|
|