|
|
Brand in Mechelen y0da, 22 januari 2007 om 17:53:02 CETh
Toen Franciscus Cosmus van Wachtendonk burgemeester van Mechelen was is er een enorme brand geweest. 'In de nacht van 27 op 28 januari 1687 werd alarm geslagen, omdat de Sint-Romboutstoren zogezeid in brand stond. Heel wat Mechelaars rukten met ladders en blusmateriaal uit. Het blijkt wel een poos geduurd te hebben vooraleer de ontstelde poorters de rosse gloed waarin de kop van hun toren baadde, voor een maanlichteffekt in een laagdrijvende wolk hadden erkend. Vooral de Antwerpenaars hebben aan het feit ruchtbaarheid gegeven door hun pamflet: 'Relaes van de Procedure, gheventileert hebbende voor den particulieren Raedt van Gheel, tusschen de Maen-Blusschers van Mechelen, Obtinenten ten eenre ende differente Steden Opponenten entde Contradicenten ter ander zijden'. De torenbrand van Mechelen in de nacht van den 27 en 28 januari 1687 onder het burgemeesterschap van Franciscus Cosmus van Wachtendonk en Joannes Dominicus Stalins is later in een boek beschreven. Er is ook een lied over gemaakt: 'In de stad van Sint-Rumoldus riep op zeek'ren winternacht, zwijm'lend lijk een oude Zwitser, vriend Michielken uit al zijn kracht: Ach, wat een ramp in 't vaderland! Ach, wat een ramp in 't vaderland! Burgers, komt de toren blussen, Sint-Rumoldus staat in brand! Staat in brand! Al de Mechelaars in hun slaapmuts liepen naar de Dele heen, brachten duizend emmers water naar de toren die gloeiend scheen. Ach, wat een ramp in 't vaderland! Ach, wat een ramp in 't vaderland! Burgers, komt de toren blussen, Sint-Rumoldus staat in brand! Staat in brand! Opsinjoorken in zijn venster, die dat wonder leven zag, al dat lopen, al dat plassen, schoot opeens in een schaterlach. Ach, wat een ramp in 't vaderland! Ach, wat een ramp in 't vaderland! Burgers, komt de toren blussen, Sint-Rumoldus staat in brand! Staat in brand! Burgers, laat de maan maar schijnen, want die krijg je nooit geblust! nooit geblust! Guitig wees hij naar de maan die in 't Oosten glimmend klom, en de toren rood verlichte, waar noch vlammen, noch vuurken glom! Ach, wat een ramp in 't vaderland! Ach, wat een ramp in 't vaderland! Burgers, komt de toren blussen, Sint-Rumoldus staat in brand! Staat in brand!' Voor zover na te gaan heeft de toren regelmatig in brand gestaan, de laatste keer in 1972. De Sint Romboutstoren was gepland met een hoogte van 600 Mechelse voet (27,8cm), ongeveer 167 meter. Momenteel is hij 97.28 meter hoog, er ontbreekt dus een spits van zo'n 70 m. Aan die spits, achthoekig van vorm en niet meer vierkant zoals de huidige toren, is men echter wel begonnen, dat is namelijk het stuk dat boven het balkon (de trans) uitsteekt. De Sint Romboutstoren moest een oudere toren vervangen, waarover we bitter weinig weten. Dat hij er stond staat vast want men praat in de archieven over klokken etc.. in de oude St.Rommestoren. Sommige vermoeden dat deze oude toren deels ingebouwd is in de nieuwe, maar dat is natuurlijk speculatie. ... link (one comment) ... comment Cleefse Ridderschap y0da, 8 november 2006 om 14:26:45 CETh
Arnolt van Wachtendonck stond in 1665 vermeld als ridder van de Cleefse Ridderschap. Hij zou toen uit Germenseel komen of daar wonen. Hier volgt de lijst van alle ridders, ik heb Arnoldt vet gemaakt zodat hij makkelijk te vinden is. De Cleefsche Ridderschap in 1665. Uit eene "Citatio der Landstände aus den Clevischen Hauptstätten contra Clevischer Ritterschaft", berustende in het archief der stad Cleve, blijkt dat op 25 Januari 1665 die Ridderschap bestond uit de volgende 52 leden: Degenhardt Bertram Herr von Lohe zu Wissen (president). Johann Hermann von Diepenbruck zu Impel (oud-president). Alexander Graf von Vehlen zu Creidenburg. Arnoldt Heinrich von Newkirchen genandt Nivenheim zum Schwanepoel Alexander von Spaen zu Ringelberg und Moylandt. Johann Sigismundten von Wilìch zu Gronstein. Dieterich Carl Freiherrn von Wilich zu Gronstein. Dieterich Carl Freiherrn von Wilich zu Winnenthal. Gerhardt Johan von Eyckel zu Groen und Eyl. Johan Arnoldten von Quadt von Wickherade zu Mormbter. Roelman Freyherr von Bilandt zu Spaldorp. Johan Sigismundt von Bilandt zu Haldt. Anoldt von Wachtendonck zu Germenseel. Zeno von Tennagel zu Sehlem. Dieterich von der Höceling (=Hoevelick) zu Bimmen. Bernhardt von Spaen zu Kreuzforth. Johan Giszberth von Newkirchen genandt Nivenheim zu Drieszberg. Georg Wilhelm von und zu Hartefeldt. N. von Lutzerade zu Clarenbeck. Johan Walraff von Gent zu Dieden. Peter Dieterich von Eyckel zum Ham. Wolther Morian zu Calbeck. Stephnn von Wilich zu Kervendunck. Elberten von Rinsch zu Holthausen. Bernhardt, von der Heyden gnandt Rifisch zum Winckhel. Johann Froyherrn von Brembeine Veen. Wilhelm Stephan von Quadt von Wickherade zu Nidermorbter. Otten von Tennagel zu Horst. Bernhardt Wilhelm Quadt und Landts Cron zu Till. Johan von Ossenbruck zu Ossenbruck. Johan Rudolff von Riedtradt zu Schmidthausen. Albert Georg von Huchtenbruck zu Gatrop und Rodenlew. Wilhelm Roelman Quadt von Wickheradt zu Soppenbruck. Johan Wilhelm von Quadt zu Waterick. Wilhelm von Quadt zu Bruckhoudt. Cnsparn von Syburg zur Voerde. Johan von Dornick zur Wohnung. Heinrich Münster. Wilhelm von Bernsaw zu Bellinghofen. Adolff von Wilich zur Wilach. Johan Herman von Wilich zu Dieszforth. Johan Christopff von Wilach zur Huedt. Wilhelm von Viffe gnandt Dornick zu Lackhausen. Wilhelm Salatin Ketzken zu Mehrumb. N. von Waszenaer zu Rosaw. Conrad von der Reck zur Wenge. Palick von Herde zu Kamphausen. Friederich Kloek zum Behrenklaw. Ludtwich von Rockelfing zu Ristwick. Friederich Wilhelm von Hoeven zu Poelwick. Bertram von Palandt zum Maqernhorst. Robberten Stael zum Endten. Zoals vermeld in: De Nederlandsche Leeuw 1912, kolom 379 en 380 ... link (one comment) ... comment Brieven van de Barones van Gent y0da, 2 november 2006 om 08:31:30 CETh
Elisabeth van Wachtendonck was in 1640 Barones van Gent. In deze periode heeft zij een aantal brieven geschreven naar de toenmalige Princes Amalia van Oranje. Zij vraagt om ondersteuning en heeft deze ook gekregen. Van een drietal van deze brieven is de tekst bewaard gebleven in de Briefwisseling van Constantijn Huygens 1608-1687. Mijn man 3), is overleden: hij heeft mij geraden uwe Hulp in te roepen, dat mijn zoon Jan Walraven 4), de compagnie van zijn vader krijgt en dat het jaargeld, hem door de Staten toegestaan, op zijne erfgenamen overgaat. Wesell, ce 28 1Obris (Dec.) 1640." 3) Otto van Gent, heer van Dieden, die in 1629 Wezel verrast had en sedert dien tijd gouverneur van die stad was geweest. 4) Jan Walraven van Gent deed eerst op 29 Dec. 1659 den eed als kapitein en diende tot 1663. (Meded. van den Heer Wakker.) "Gaarne zou ik een sauvegarde hebben voor Diden, dat in de twee laatste jaren, na de dood van mijn man, veel van de ruiters geleden heeft. Ook in andere opzichten hoop ik, dat Z. H. mij en mijne kinderen zal willen helpen, Den 13 Febr. 1642" "Ik dank u voor de sauvegarde, maar zij helpt nog niet voldoende tegen de onbeschaamdheid van het krijgsvolk. Den 11 Juni 1642." ... link (2 comments) ... comment David Wachtendonck y0da, 30 oktober 2006 om 17:33:27 CETh
David Wachtendonck was een boekdrukker die rond 1600 in Haarlem leefde. Adri Markus heeft er een scriptie over geschreven en deze is hier te lezen: De scriptie gaat voornamelijk over het drukken van de boeken, maar ook over hoe David leefde en waar hij vandaan kwam. Een kort citaat: Wie is David Wachtendonck? Wat is zijn relatie met de stad en het kasteel van Wachtendonck die in 1603 door Oranje op de Spanjaarden heroverd worden? Is hij een telg uit een geslacht van hoge heren? Er moet toch zeker een verband zijn tussen Davids achternaam en dit geteisterde, maar tevens onovertroffen stadje. In De Navorscher kom ik de familienaam tegen, het geeft echter meer verwarring dan dat het iets opheldert. Er is sprake van een ‘burcht aan de Niers’, met de naam van het oude roemrijke geslacht, maar in een noot onderaan staat dat de ‘heerlijkheid Wachtendonck’ al in de 15e eeuw aan een bastaard van Gelder is toegekomen. Het getuigt, naast een gevoel voor romantiek, waarschijnlijk meer nog van naïviteit om aan te nemen dat hij, vanuit Wachtendonck gevlucht, zijn toevlucht zocht in Haarlem. Davids achternaam is wellicht niet meer dan een herinnering aan de stad en het kasteel, zoals hij ook slechts nog herinnert aan de Wachtendonckse psalmen. Het register bij Laceulle vermeldt de naam Wachtendonck, het gaat hier om een Arn. van Wachtendonck en later bij Fleurkens kom ik die naam weer tegen. Het maakt nieuwsgierig en zet de fantasie alsnog op gang. De naam van een Van Wachtendonck wordt in verband gebracht met Coornherts toneelstuk Abrahams uytgangh. Toen Coornhert dit werk rond 1570 schreef was hij verbannen en woonde in Xanten, even over de grens in het huidige Roergebied. Hij draagt zijn toneelstuk op aan Arendt van Wachtendonck, die in die tijd zitting heeft in de ‘Clevische Raedt’ en ‘Maerschalck ende Drost tot Cranenburch’ is. Kan deze aanzienlijke Arendt iets met David Wachtendonck te maken hebben? Toch best grappig en zeker omdat ik momenteel in Haarlem woon, afkomstig uit Gelderland ben en 6 jaar op het Coornhert Lyceum heb gezeten. ... link (one comment) ... comment |
Onderwerpen
|
|