Zijn naam is inderdaad Tobias, in de "Generale Missiven" door van Goor, wordt hij foutief vermeldt als Thomas.

Tobias van Wagtendonk, Ned. Herv. gedoopt te Schiedam op 28 jan. 1728, getuigen waren Goris van Wagten(donk), Maartje van der Linden en Geertruij van Wagten(donk). Zoon van Lammert van Wagtendonk en Jaepje van der Linden.

(Volgens Lammert van Wagtendonk uit Schiedam, was hij geboren aldaar op 15 febr. 1728, zal waarschijnlijk 15 jan. 1728 zijn?).

Hij werd vermist op zee tussen Bengalen en kaap de Goede Hoop ná 28 jan. 1770.

Hij woonde al samen met Gesina Schrader, zijn aanstaande bruid te Enkhuizen op de Breetstraat, toen hij te Enkhuizen op 16 aug. (ondertrouw aldaar op 11 aug.) 1759 in het huwelijk trad. Zij werd ook wel genoemd Geesje. Het Huwelijk werd voltrokken door dominee W. van Eyken. Zij was Ned. Ger. gedoopt te Enkhuizen op 11 juli 1734, overleden te Enkhuizen op 25 april 1793. Dochter van Jan Schrader en Claesje van Veen. Hieruit werden te Enkhuizen gedoopt: 1: Lambertus van Wagtendonk, op 19 nov. 1760. 2: Clasina van Wagtendonk.

Tobias was eerstens scheepstimmerman en later schipper van de V.O.C. Op 14 nov. 1748 laat Tobias bij notaris Jan Lijken te Schiedam een testament opmaken. Dit door zijn vertrek als tweede scheepstimmerman naar Ned. Indië op het schip “Overschie” van de V.O.C. voor de Kamer tot Delft. Het was een schip van 850 ton en was gebouwd in 1745 op (de scheepswerf) te Delft. De schipper hierop was Leendert de Bruin. Het vertrok van de rede van Goeree op 17 jan. 1749, aankomst op Kaap de Goede Hoop op 18 aug. 1749, aankomst te Batavia op 22 nov. 1749.

Bij de afvaart van de rede van Goeree bevonden zich aan boord: 158 zeevarenden; 99 soldaten; 4 passagiers en 14 ambachtslieden. Het aantal koppen was dus 275. De “Overschie” strandde bij Portsmouth, alhier deserteerde 137 opvarenden, 77 soldaten en 12 ambachtslieden. Tobias bleef aan boord en werd eerste scheepstimmerman. Het schip bleef van 17 febr. Tot 10 mei 1749 te Portsmouth (zie zeemonsterrol van de Overschie, Rijksarchief ’s-Gravenhage V.O.C. archief Nr. 13988). Het verlies aan mankracht werd door de V.O.C. Kamer van Delft weer aangevuld met 113 zeevarenden, 74 soldaten en 3 ambachtslieden, ook kwamen er 12 passagiers bij.

In 1759 stichtte Tobias van Wagtendonk te Enkhuizen de zeepziederij “Het Dubbele Anker”. In 1761 werd hij commissaris van de Bank van Kleine Zaken.

In 1763 voer hij als schipper op het schip “Stralen”, dit was een schip van de V.O.C. van 850 ton. Het werd gebouwd te Enkhuizen, het heeft gevaren voor de Kamers van Enkhuizen en Hoorn. Aanboord van dit schip waren bij de afvaart van de rede van Texel op 6 sept. 1763, 164 zeevarenden en 136 soldaten. Aankomst Kaap de Goede Hoop 12 jan. 1764, vertrek vandaar op 10 febr. 1764. Aankomst te batavia op 20 mei 1764. De retourvaart was voor de Kamer Hoorn. Op 17 jan. 1765 vertrok het van de rede van Bengalen. Aankomst Kaap de Goede Hoop op 30 maart 1765, het vertrok vandaar op 14 april 1765. Aankomst op de rede van Texel op 23 juli 1765 (zie zeemonsterrol Nr. 15791 Rijksarchief ’s-Gravenhage, V.O.C. archief).

In 1766-‘67 was Tobias schipper op het schip “Vaillant”. Dit was een V.O.C. schip van 880 ton. Het werd in 1764 gebouwd te Enkhuizen.Dit schip had gevaren voor de Kamer van Enkhuizen. Het vertrok op 11 juli 1766 van de rede van Texel met 252 opvarenden aan boord, waaronder zijn negen jarige neefje Kornelis van Wagtendonk, die als jongmatroos meeging naar Indië. Aankomst te Batavia op 26 juni 1767. Vandaar bleef het schip een tijd door de wateren van Indië varen. Op 28 jan. 1770 vertrok het vanuit Bengalen voor de terugreis, er is hierna niets meer van het schip of zijn bemanning vernomen. Het moet tussen Bengalen en Kaap de Goede Hoop zijn vergaan (zie Rijksarchief ’s-Gravenhage V.O.C. archief, zeemonsterrol Nr.14796).

In de registers van het V.O.C. archief komt Tobias van Wagtendonk verschillende malen voor als Thomas van Wagtendonk.